
Bij flowmeting en -regeling maken we onderscheid tussen ‘lage flow’ en ‘hoge flow’. Maar wat betekent dat nu precies? We leggen hier het verschil uit en geven tips voor systemen voor lage vloeistofflow.
Vloeistoftoevoer
Voor een (ultra)laag flowbereik bij een vloeistofregelaar speelt een stabiele ingangsdruk een belangrijke rol. Opgelost gas vormt de voornaamste hindernis bij het gebruik van een drukvat voor het genereren van een stabiele lage vloeistofflow. Je kunt dat voorkomen door ingangsdruk te genereren met een pomp. Die levert een continue, betrouwbare en stabiele druk of flow. Omdat de mechanische werking van de pomp de vloeistof zelf onder druk zet, blijft gasvorming achterwege.
Pomp
Als de pomp vloeistof uit een afzonderlijk vat ontvangt waarop geen druk staat, volstaat het bijvullen van dit vat op ieder moment zonder het proces te onderbreken. Wel moet dit vat op dezelfde hoogte staan als de pomp om vacuümzuigen en het risico op gasbelletjes te voorkomen. Een extra afsluiter voorkomt dat het vat spontaan in de pomp wordt geleegd. Plaats deze afsluiter zodanig dat er geen extra loze ruimte ontstaat waarin zich lucht kan ophopen.
Tandwiel- of zuigerpomp
Een tandwielpomp of een zuigerpomp dient om de benodigde ingangsdruk voor de flowregelaar te leveren. De tandwielpomp genereert flow door een vaste hoeveelheid vloeistof herhaaldelijk tussen in elkaar grijpende tanden van draaiende tandwielen te verplaatsen. Bij een zuigerpomp gebeurt dit door opeenvolgende slagen van een zuiger die een vaste hoeveelheid vloeistof opneemt en afgeeft.
Afmeting
Over het algemeen verdienen kleine pompen de voorkeur. Dit aangezien bij een pomp met een klein intern volume het opvullen en verversen sneller verloopt. De gebruiker moet altijd controleren of de pompmaterialen de verwerkte vloeistof aankunnen. Tandwielpompen verdienen de voorkeur als een klant een redelijk stabiele flowregeling voor lage vloeistofflows wenst. Immers, de relevante, vaste hoeveelheid verplaatste vloeistof bij tandwielpompen ligt over het algemeen lager dan bij zuigerpompen. Maar tandwielpompen gaan daarentegen tot een maximale werkdruk van 10 tot 15 bar. Waar zuigerpompen hogere drukken weerstaan. Van tientallen tot meer dan 100 bar.
Nauwkeurigheid
Bronkorst gebruikt pompen met dubbele zuigers. De faseverschuiving van 180° garandeert een heel stabiele druk of flow. Maar de nauwkeurigheid hangt af van het toepassingsproces. De dosering van de benodigde hoeveelheid vloeistof verloopt nauwkeurig maar door het pompprincipe in kleine pulsen. Door een voldoende grote verwerkingshoeveelheid kan de gebruiker de mengcapaciteit gebruiken om de pulsen vlakker te maken. Maar de gebruiker die een gelijkmatig verdeelde dosering gedurende een kort aantal seconden wenst, kiest beter voor een tandwielpomp.
Wilt u het hele blog van Bronkhorst lezen? Klik hier.