
Twee bedrijven op de AET-terminal testen een mobiel tankstation uit met een bijpassende ‘terminaltrekker’ die rijdt op waterstof. Uit de uitlaat komt alleen water.
Antwerpse haven
Vlaanderen zet fel in op waterstof als brandstof omdat motorendie op het eerste draaien, alleen zuiver water uitstoten. Bovendien duurt tanken maar zo’n kwartier in plaats van je e-truck uren aan een oplader te moeten hangen.
Ook logistiek onderzoekscentrum VIL gelooft in waterstof voor minstens de zware, industriële voertuigen. Het zette op de terminal van AET (Antwerp Euroterminal) een mobiel waterstoftankstation. Dat kan waterstof in een terminaltrekker pompen die aanhangwagens met containers kan trekken. Binnenkort test ook PSA op zijn Europaterminal de combinatie uit.
Tankstation en trekker
VIL-projectleider Filip Van Hulle noemt de combinatie een primeur. “De trekker heeft met zeventig ton zeker genoeg trekkracht en gaat tot anderhalve shift mee.” Hij erkent wel dat het financiële model nog te wensen overlaat. Het relatief dure waterstof vereist tientallen trucks om het geheel rendabel te maken. “Maar bedrijven kunnen kosten besparen door een mobiel tankstation te delen. En waarom ook niet bedrijfswagens op waterstof mee inzetten?”
Op Waterstof
Luc De Ben coördineert activiteiten op de AET-terminal en reed al met zowel de diesel- als de waterstofvariant. “Dit rijdt heel aangenaam. Een diesel moet optrekken maar die op waterstof beschikt over een elektromotor met meteen vol vermogen. Dat voel je. Het rijdt ook een stuk stiller. En voor de collega’s die lang in het ruim van schepen staan, maakt dit ook een groot verschil. Dit stoot geen vuile uitlaatgassen uit. Dit is de toekomst.”
Yves De Lariviere, general manager van AET, licht het grotere plaatje toe. “We probeerden een twaalftonner op batterijen maar die moet je nog te vaak en te lang opladen. Hoewel de technologie van waterstof nog aan het begin staat en het nog hoge kosten met zich meebrengt, wint het op laadsnelheid.”