Nieuws

FloodCitiSense app monitort regenval

FloodCitiSense app monitort regenval

Het Europese project De FloodCitiSense-app bevindt zich nu in het teststadium. Een combinatie van wetenschappelijke data en input van burgers brengt hevige regenval in kaart.

FloodCitiSense app

Inschatten van lokale wateroverlast ligt lastig. Daarom ontwikkelde een internationaal team van onderzoekers onder leiding van VUB-professor Boud Verbeiren een app die regenval monitort. Daarmee kunnen burgers, steden en gemeenten adequater reageren op hevige regenbuien.

De zogenaamde FloodCitiSense-app gebruikt zowel wetenschappelijke data als input van burgers over regenval en mogelijke overstromingen. Gebruikers geven in de app de regenval in hun omgeving aan. Gebruiksvriendelijke iconen leiden hen door verschillende intensiteiten van regenval, gaande van overstromingen in parken of rivieren tot verstoppingen van riolen. Zo wil de projectgroep risicogebieden in kaart brengen.

Monitoren regenval

De afdeling ‘Hydrologie en Waterbouwkunde’ van de VUB coördineert het Europese project voor het monitoren van de regnval. Instellingen als TU Delft, Imperial College London, IIASA, Disdrometrics, VUB SMIT-imec, LGiU en de Staten Generaal van het Water in Brussel (Egeb) werken ook mee.

Inmiddels draaien drie proefprojecten in Europa: in de steden Brussel, Rotterdam en Birmingham.

Urgentie

“Op dit moment zit het project nog in de ontwikkelingsfase. We verzamelen een zo groot mogelijk aantal gebruikers om de app in de praktijk uit te proberen en feedback te geven. Alleen zo kunnen we de tekortkomingen opsporen en de toepassing verbeteren. Dit moet uiteindelijk bijdragen aan betere aanpak en preventie van wateroverlast. De hevige buien van de voorbije weken tonen nog maar eens aan dat steden en gemeenten dringend werk moeten maken van hun waterbeheer” verklaart Prof. Boud Verbeiren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.